De aandelenmarkten in New York verloren vrijdag licht terrein. Beleggers kauwden op weinig eenduidige uitlatingen van twee topbestuurders van de Federal Reserve, de Amerikaanse koepel van centrale banken, over het rentebeleid in de nabije toekomst.
De Dow-Jonesindex met daarin de dertig grootste Amerikaanse beursfondsen eindigde op 18.395,40 punten, een verlies van 0,3 procent. De bredere S&P 500 zakte 0,2 procent tot 2169,04 punten. Alleen de technologiegraadmeter noteerde en klein plusje, van 0,1 procent, en sloot op 5218,92 punten.
Fed-president Janet Yellen zei in haar toespraak voor de jaarlijkse top van centrale bankiers in Jackson Hole dat de kans op een renteverhoging de afgelopen maanden is toegenomen. Maar of de Fed al komende maand in actie verwacht te komen, viel uit haar woorden niet op te maken.
Heel wat stelliger was naderhand vicevoorzitter Stanley Fischer. Voor de camera van CNBC stipte hij zelfs de mogelijkheid aan dat de rente dit jaar nog nog twee keer wordt verhoogd, te beginnen in september.
Een hogere rente is in de regel niet goed voor de aandelenhandel. Maar de laatste jaren werd de rente extreem laag gehouden om het economisch herstel te stimuleren. Daarom wordt een verhoging ook gezien als een teken dat de Amerikaanse economie er weer beter voor staat. Met twee rentestappen in 2016 werd tot dusver echter nauwelijks meer rekening gehouden.
Consumentenvertrouwen zakt
Beleggers kregen kort na de opening ook cijfers voorgeschoteld over het consumentenvertrouwen. Volgens een definitieve meting van de universiteit van Michigan is dat afgelopen maand licht afgenomen, tot het laagste niveau in vier maanden.
Telecomconcern Verizon was de sterkste daler bij de hoofdfondsen met een verlies van 1,3 procent. Fastfoodketen McDonald's verloor 0,9 procent. Farmaceut Merck was de sterkste stijger in de Dow met een winst van 0,9 procent, gevolgd door chipmaker Intel die er 0,5 procent bij kreeg..
De toegenomen kans op een Amerikaanse renteverhoging zette ook de euro onder druk. De munt werd verhandeld voor 1,1195 dollar, tegen 1,1240 aan het einde van de Europese beurshandel. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,1 procent tot 47,29 dollar. Brentolie werd ook 0,1 procent goedkoper en kostte per vat 49,64 dollar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl